Rotterdam heeft een reden gevonden om aan de rand van de parken te gaan bouwen. Als ze slecht gebruikt worden moet de toegankelijkheid worden opgepept met nieuwbouw eromheen. Dat schrijft wethouder Bert Wijbenga (met de portefeuille Buitenruimte) in het het kader van het Parkenbeleid. Welke parken hij bedoelt staat niet in de beleidspositie.
Volgens de Stichting Groen Parkhaven, die zich verzet tegen de aangekondigde bouw van nieuwe woningen links en rechts naast de Euromast, betekent de letterlijke tekst van deze voorloper van de Groenstructuurkaart dat het Park als onderdeel van het beschermd stadsgezicht ‘’slecht gebruikt wordt.’’
‘’De Parkhaven en het Park kunnen niet worden gebracht onder het pejoratief slecht gebruikt. Integendeel: het Park is op mooie dagen overvol met rustende, etende en spelende mensen en biedt in andere seizoenen een rijke aanblik van wandelaars en sporters’’, reageert Aad Twigt, de voorzitter van Stichting Groen Parkhaven. ‘’Dit Park heeft geen “randbebouwing” nodig om “meer potentiële gebruikers” te trekken of de “toegankelijkheid en gebruik” te vergroten. Beide zijn voortreffelijk.’’
Volgens Twigt wordt ook de Parkhavenzone optimaal gebruikt en wel als ‘voetstuk’ van de Euromast. ‘’Dit Rotterdams icoon bij uitstek is met veel zorg gebouwd in een groen milieu met vrij zicht naar zijn omgeving. En heeft mede door zijn ligging en status het predicaat Nationaal Rijksmonument van bevrijding en wederopbouw verkregen.’’
De Stichting Groen Parkhaven krijgt sterk de indruk dat ‘’wat de wethouder nu voorstelt een vrijbrief is om overal waar dat maar enigszins technisch mogelijk is, langs pleinen, plantsoenen en parken, te gaan bouwen.’’